Op 13 september 2013 opende Koningin Máxima het gloednieuwe Fries Museum in het hart van Leeuwarden. Hiermee werd het museum het eerste compleet nieuw gebouwde Nederlandse museum van de 21ste eeuw. In het kader van dit 10-jarig jubileum viert het museum feest. Zaterdag 16 en zondag 17 september is entree gratis voor iedereen, want wie jarig is trakteert! Er zijn unieke speedtours (o.a. de directeur van het museum en het hoofd beveiliging geven een eenmalig kijkje achter de schermen), schuif aan bij workshops voor de hele familie en ontdek gratis de nieuwste tentoonstellingen. Zeker zijn van toegang? Reserveren via de website wordt aangeraden.
De rijen voor het museum, de Fryske Motor, het Vikingschip, de Escheriaanse projecten in 2018; in 10 jaar is veel gebeurd. Hoe belangrijk cultuur, identiteit en erfgoed voor Friezen is, blijkt wel uit het feit dat maar liefst 1 op de 3 inwoners van de provincie het museum (regelmatig) bezoekt. Het nieuwe gebouw en blockbusters als Alma-Tadema: klassieke verleiding en Escher op reis zorgden niet alleen voor een gevoel van trots en eenheid, ze leverden door het grote aantal cultuurtoeristen ook economisch veel op voor de provincie. Treinladingen bezoekers bezochten de provincie buiten het toeristisch seizoen en bleven hier overnachten of een hapje eten. Ook maatschappelijk betrok het museum een grotere rol, alleen al omdat het op het plein opeens een stuk zichtbaarder was. Het nieuwe museum bood meer ruimte om leerlingen en studenten uit heel Fryslân te ontvangen, en daar maken de scholen nog steeds dankbaar gebruik van. Schoolklassen zijn bijvoorbeeld massaal aan het breien geslagen (Breien!, 2016) of stortten zich in oude, Friese ambachten (Éric Van Hove: Fenduq, 2019). Het museum kon, door het massale stemmen van alle fans en Friezen, zelfs de landelijke Museumprijs (2015) binnenslepen.
Op collectiegebied zijn naast prachtige aankopen, van Entrance of the Theatre van Sir Lawrence Alma-Tadema (2015) – een sleutelwerk in zijn oeuvre en de grootste aankoop van het museum ooit – tot een Friese Mondriaan (2023), ook stappen gezet in de toegankelijkheid van de enorme collectie. Door digitalisering, maar ook door het uitlenen aan andere musea. De collectie die het Fries Museum beheert, is permanent op meer dan 100 locaties te zien. De drempel voor het lenen van deze collectie door andere Friese musea is recent nog sterk verlaagd door een nieuwe overeenkomst met het Koninklijk Fries Genootschap (2022).
Groot voorrecht
In 10 jaar tijd heeft het Fries Museum bewezen meer te kunnen zijn dan alleen een bewaarplaats voor kunst en erfgoed. Het museum onderging over de hele linie een transformatie: gebouw, collectiebeheer, tentoonstellingen, activiteiten en meer. Ook de organisatie groeide mee. Wanneer je medewerkers van het museum vraagt waar ze het meest trots op zijn, zijn de antwoorden uiteenlopend. Inge Hekman is een educatiemedewerker van het eerste uur en vertelt: ‘Heel bijzonder als een 4de klasser van een voortgezet onderwijsschool als reactie op de vraag: ‘Was je hier al eens op eerder?’ spontaan uitroept: ‘Ja! Want onze lappion (Breien!, 2016) hing in het museum toen ik op de basisschool in groep 6 zat!’, vooral als je bedenkt dat er zeker 6 jaar tussen die twee bezoeken zat. Bij elke tentoonstelling proberen we voor alle verschillende leerlingen en studenten die ons bezoeken zo’n onuitwisbare indruk achter te laten door onderwijsprogramma’s te maken die toe-eigening stimuleren; van deze brei-ervaring voor groep 5/6-basisschoolleerlingen tot vmbo-leerlingen en mbo-studenten die samenwerken met ambachtslieden als Roosje Hindeloopen, Erno Korpershoek en Lies Keramiek, en zelfs naar Marrakesh afreizen om mee te werken aan de Fryske motor van Éric Van Hove, mbo-studenten die een vikingschip bouwen, tot hbo-studenten docent theater die een voorstelling maken in de hedendaagse kunsttentoonstellingen van Taus Makhacheva en Petrit Halilaj. Ik beschouw het als een groot voorrecht dat ik via mijn werk een bijdrage mag leveren aan de culturele ontwikkeling van jonge mensen.’
Toekomst
Met ruim 200.000 voorwerpen herbergt het Fries Museum de grootste provinciale collectie van Nederland. Er gebeurt veel achter de schermen. Zo worden er onderwijsprogramma’s ontwikkeld, zodat ook de nieuwe generatie kennismaakt met de rijke geschiedenis van hun provincie. Het museum houdt zich bezig met digitalisering, zodat mensen online door hun eigen erfgoed, schilderijen, hedendaagse kunst en archeologie kunnen grasduinen. Ook het verlagen van de drempel tot cultuur staat hoog op de agenda, door het organiseren van activiteiten voor kwetsbare doelgroepen, zoals de speciale rondleidingen voor mensen met dementie, gratis kinderworkshops op zondagen, samenwerkingen met VluchtelingenWerk en gebarentaalrondleidingen.
Publiekswerving speelt een belangrijke rol, zodat toeristen uit het hele land gestimuleerd worden om naar onze mooie provincie te komen. Tot slot gaan de tentoonstellingen gepaard met uitgebreide publicaties en wetenschappelijk onderzoek, zoals Wij Vikingen! en de recente Middeleeuwententoonstelling, die beide onderbelichte hoofdstukken in de geschiedenis tot leven brachten. Daarmee levert het museum een belangrijke bijdrage aan de kennis en het inzicht in regionale geschiedenis. Het museum hoopt deze lijn voort te kunnen zetten en maakt zich op voor de toekomst met o.a. het project Fries Museum op paad, met dit meerjarenproject gaan museumstukken én -medewerkers op reis naar de dorpen, steden en eilanden in Fryslân.
Bezoekcijfers
Inmiddels heeft het ‘nieuwe’ Fries Museum sinds deze heropening 1,4 miljoen bezoekers mogen ontvangen. Met uitschieters naar beneden door de lockdown-maatregelen rond het coronavirus in 2021 met 67.000 bezoekers. En uitschieters naar boven zoals het topjaar van Culturele Hoofdstad Leeuwarden-Fryslân in 2018 met 350.000 bezoekers. Het nieuwe museum trekt bijna drie keer zoveel bezoekers als het oude museum, dat jaarlijks 55.000 bezoekers telde.