Op 20 juni heeft voormalig staatssecretaris Gräper-van Koolwijk (Cultuur en Media) de Tweede Kamer geïnformeerd over de uitkomsten van de tweede fase van de verkenning naar het financieringsstelsel voor de monumentenzorg.
Het blijkt dat het stelsel voor de financiering van de monumentenzorg in de basis goed werkt, maar dat er op onderdelen verbeteringen mogelijk zijn. Een belangrijke constatering is dat de financieringsmogelijkheden voor grote restauratieprojecten en voor groene monumenten binnen het huidige stelsel niet toereikend zijn.
Uit de verkenning volgt nog een aantal aandachtspunten. Zo vallen sommige monumenten, als het gaat om subsidie voor restauratie en onderhoud, nu tussen wal en schip. Soms zijn daar goede redenen voor, maar desalniettemin is een eerlijke verdeling van geld voor de instandhouding van rijksmonumenten een aandachtspunt. Voor woonhuismonumenten zou meer ingezet kunnen worden op laagrentende leningen voor restauratie in plaats van subsidie. Daarnaast is het belangrijk om in beeld te brengen wat nodig is op het gebied van monumentenzorg in het Caribisch deel van het Koninkrijk.
Lees ook: Grootste expositie Rembrandt-etsen ooit, nu geopend in Hoorn
Naast de probleemschets, geeft de Kamerbrief ook mogelijke maatregelen om de werking van het stelsel te verbeteren. Het is aan de huidige minister om hier verdere keuzes in te maken. Er zijn ook voorstellen voor de korte termijn. Dit betreft wijzigingen van de herbestemmingssubsidie (Sshm) en de subsidie instandhouding rijksmonumenten (Sim). Hierover volgt de komende maanden meer informatie op onze website.
Bij de brief zijn twee onderzoeken meegestuurd: een onderzoek naar de restauratieopgave bij niet-woonhuismonumenten en een evaluatie van de Woonhuissubsidie. Op de website van de Tweede Kamer zijn de Kamerbrief en bijgevoegde stukken te vinden.