Eén van de mooiste bioscooptheaters van Nederland – en volgens het Britse magazine Time Out zelfs het mooiste ter wereld – staat aan de Reguliersbreestraat in Amsterdam. Op 28 oktober 1921, inmiddels 103 jaar geleden, opende hier Theater Tuschinski zijn deuren. Dit luxueuze theater was het meesterwerk van Abraham Icek Tuschinski, die zijn droom van een filmkathedraal in vervulling zag gaan.
De opkomst van de bioscoop
Voordat we inzoomen op het rijke interieur van Tuschinski, is het interessant om de vroege geschiedenis van de bioscoop onder de loep te nemen. Aan het einde van de 19e eeuw werd op de Wereldtentoonstelling in Chicago (1893) de kinetoscoop gepresenteerd, de eerste filmprojector, ontwikkeld door Thomas Edison en William Dickson. Een jaar later bereikte dit apparaat Nederland, waar het publiek voor tien cent een korte scène kon bekijken. De kinetoscoop, een kijkkast voor één persoon, was een voorloper van de kinematograaf van de gebroeders Lumière, die in 1895 in Parijs de eerste openbare filmvoorstelling verzorgden.
In Nederland vond de eerste filmvertoning plaats op 12 maart 1896 in Amsterdam. Het nieuwe medium werd een groot succes en films begonnen hun opmars, van kermissen tot schouwburgen. Reizende bioscopen, zoals die van Christiaan Slieker met zijn “Grand Théâtre Edison”, trokken het land door. Het duurde echter niet lang voordat er vaste bioscopen verschenen, zoals het Bijou Biograph Theatre in Amsterdam en de Salon Cinémato-Français in Den Haag, beide geopend in 1906.
De opkomst van luxueuze filmtheaters
Met de groeiende populariteit van de film, ontstond er behoefte aan grotere en meer luxueuze bioscooptheaters. In Amerika werden tussen 1913 en 1932 zogenaamde movie palaces gebouwd, gigantische theaters met duizenden zitplaatsen, orkestbakken en weelderige interieurs. Deze bioscopen boden een complete avond uit, met naast filmvertoningen ook live-optredens van muzikanten, komieken en andere artiesten.
Theater Tuschinski: een filmkathedraal in Amsterdam
In Nederland begon deze trend ook te leven, met als absoluut hoogtepunt de bouw van Theater Tuschinski. Dit filmtheater werd ontworpen door architect Hijman Louis de Jong, in een unieke stijl die later de “Tuschinski-stijl” werd genoemd – een mix van Jugendstil, Art Deco en elementen van de Amsterdamse School. Het theater opende zijn deuren in 1921 en was direct een van de meest luxueuze bioscopen van Europa.
De entree van Tuschinski was indrukwekkend, met geglazuurde tegels, keramieksculpturen, smeedijzeren decoraties en rijk versierde lampen, alles om bezoekers naar binnen te trekken. Binnen werden ze verwelkomd in een ontvangsthal met weelderige wandschilderingen, marmeren details en tropische houtsoorten. De grote filmzaal, met ruimte voor 1600 bezoekers, was uitgerust met een Wurlitzer theaterorgel dat allerlei geluidseffecten kon produceren. Het balkon, een technisch hoogstandje, zweeft zeven meter boven de zaal zonder ondersteunende zuilen die het zicht zouden belemmeren.
Eeuwige schoonheid
Na diverse restauraties heeft Theater Tuschinski nog steeds de grandeur en uitstraling van weleer. Het blijft een plek waar bezoekers kunnen genieten van een luxe avond uit, omgeven door de geschiedenis en de pracht van een van de meest iconische filmtheaters ter wereld.
Annelee Zomer
Annelee Zomer is architectuurhistoricus en projectmedewerker bij de afdeling Monumenten en Archeologie van de gemeente Amsterdam.