In Berlijn opent op vrijdag 8 november “aap noot mies: lesenlernen mit Bildern in den Niederlanden” . Deze tentoonstelling behandelt de vraag hoe vorige generaties leerden lezen. De unieke Nederlandse manier dient hierbij als voorbeeld. Jacques Dane, hoofd onderzoek van het Nationaal Onderwijsmuseum, spreekt op de opening van “aap noot mies”.
Actueel en uniek perspectief
Lezen is een basisvaardigheid voor actieve deelname aan de maatschappij. Tegelijkertijd is het een vaardigheid die door wetenschappers nog altijd wordt onderzocht. Hoe leerden vorige generaties lezen? Nederland biedt hierin een unieke methode die sinds het begin van de 19e eeuw gebruikt wordt. De tentoonstelling toont op indrukwekkende wijze hoe beelden het leervermogen van kinderen ondersteunden. Ook bevat de expositie unieke objecten uit de 19e en de vroege 20e eeuw, en maakt zij enkele interessante vergelijkingen met Duitsland.
Iconische objecten en verhalen
Generaties lang leerden Nederlandse kinderen lezen met “aap, noot, mies.” Het leesplankje, ontworpen door onderwijzer M.B. Hoogeveen, maakte deel uit van een vernieuwde leesmethode uit 1909. Deze leesmethode bevatte voor kinderen aansprekende illustraties van Cornelis Jetses. Gecombineerd met de verhalen van Jan Ligthart en Hindericus Scheepstra over de avonturen van de kleuters Ot en Sien was deze methode tientallen jaren lang een groot succes bij generaties leerlingen. De illustraties en de bijbehorende verhalen waren gekoppeld aan alledaagse situaties die kinderen uit hun eigen leven kenden. Dit maakte leren lezen toegankelijker en minder abstract dan bij eerdere methodes. Het plankje en de bijbehorende boeken ondersteunden als geheel het leerproces. Naast het iconische leesplankje zijn ook andere topstukken uit de Nederlandse onderwijsgeschiedenis te bewonderen, zoals de Leesmachine uit 1817 van P.J. Prinsen en de leesmethode Sprekende Letterbeelden (1855) van J.H. van Wulfen.
Internationale samenwerking
De tentoonstelling werd ontwikkeld in het kader van het nieuw opgerichte International Network of Educational History Collections (INHEC) door het Nationaal Onderwijsmuseum (Dordrecht, Nederland), BBF/DIPF Berlin en het onderzoekscentrum Historische Bildmedien (Würzburg). Samen met Ina Uphoff (Universität Würzburg) en Stefanie Kollmann (BBF/DIPF Berlijn) stelden Jacques Dane en Lisa Traarbach (afdeling collectie Onderwijsmuseum) deze tentoonstelling samen. De tentoonstelling is te bezoeken in Berlijn vanaf 8 november 2024 tot 31 maart 2025. Daarna reist de expositie door naar Würzburg. Meer info via de website van het BBF