De Nederlandse Vuurtoren Vereniging (NVV) verzoekt de gemeente Veere om de drie lichtopstanden bij Zoutelande en Dishoek en de tussenliggende vuurtorenwachterswoning aan te wijzen als gemeentelijk monumenten. Nu vuurtorens hun nautisch nut verliezen, en er plannen zijn voor de verkoop van de vuurtorenwachterswoning, dreigt verlies van dit erfgoed.

Voorzitter Johan Bol: “Er zijn al tientallen kustlichten en wachterswoningen verdwenen. Om te voorkomen dat we ook deze op termijn verliezen, is een beschermde status noodzakelijk.”

Bedreiging

Vuurtorens verliezen langzaam maar zeker hun nautisch nut. Schippers en loodsen varen tegenwoordig nog nauwelijks op lichtenlijnen. De digitale kaart aan boord van ieder schip bepaalt vandaag de dag de koers. Als gevolg van deze ontwikkeling zijn al tientallen lichten langs onze rivieren en kusten geruisloos gesloopt. Eén van de doelstellingen van de NVV is om de meest waardevolle lichten een beschermde status te laten krijgen zodat deze behouden blijven.

Waarde

De drie lichtopstanden op Walcheren zijn van hoge cultuurhistorische waarde. De lichten dateren van 1951 en zijn uitzonderlijk. Nergens anders in Nederland vinden we vergelijkbare bakstenen lichten waaruit de lichtbundel door een raam schijnt. Daarnaast behoren ze tot het eerste stelsel van lichten (1866-1867) dat in de Westerschelde werd aangelegd. De lichtwachterswoning dateert ook van net na de Oorlog. Het is de laatste wachterswoning op Walcheren en één van de laatsten aan de Westerschelde.

Beknopte geschiedenis van de oeverlichten
De oeververlichting langs de Westerschelde heeft een unieke geschiedenis. Rond 1850 had de haven vanAntwerpen een probleem: het ontbreken van oeververlichting. Hierdoor konden schepen de haven in het donker niet bereiken. Waar concurrenten al druk bezig waren met het plannen van oeververlichting, was dit voor Antwerpen een utopie. De toegangsrivier – de Westerschelde – meandert immers 88 kilometer over Nederlandse bodem en Nederland had geen belang bij een goede kustverlichting van deze vaarweg naar een Belgische haven.


Na lang gesteggel werden Nederland en België het op 26 november 1865 eens over een door België ingediend voorstel voor een nieuw ‘stelsel van lichten’ langs de Westerschelde. Daarbij werd afgesproken dat Nederland alle bebakening en verlichting op Nederlands grondgebied zou installeren en beheren, maar dat België de kosten zou dragen. Vanaf begin 1866 werd de uitvoering van het plan voortvarend ter hand genomen.


Het eerste verlichtingsstelsel uit 1866-1867 bestond uit twaalf oeverlichten en zes lichtschepen. De locaties in Dishoek en Zoutelande hoorden hierbij. In 1905 werd het licht van Zoutelande overgeplaatst naar een zwarte ijzeren, opengewerkte opstand met een vierkant ijzeren huisje. In 1906 werden de lichtopstanden bij Dishoek vervangen door vergelijkbare ijzeren opstanden.

De huidige drie bakstenen lichtopstanden dateren van 1950-1951. Opmerkelijk is dat deze oeverlichten tot de dag van vandaag eigendom zijn van de Belgische staat. Zij betalen voor het onderhoud dat Nederland pleegt.


De cultuurhistorische waarde van het ensemble
In Nederland waarderen wij erfgoed aan de hand van waarderingscriteria. Deze zijn opgesteld door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. We hanteren deze om de historische waarden van objecten meer objectief vast te stellen. Om de zeer hoge waarde van deze objecten aan u te tonen, hebben wij onderstaande waardestelling voor u ingevuld:


Cultuurhistorische waarde
De lichtopstanden zijn gebouwd in functionalistische stijl, gekenmerkt door een sobere, traditionele bouw, gebruik van bakstenen en de keuze voor een eenvoudige vorm. De geschiedenis van de verlichting in de Westerschelde is uniek. Deze drie lichten behoren tot het eerste stelsel van lichten, aangelegd in 1866. Tot slot vormen de lichtwachterswoning en het nabijgelegen bunkercomplex een herinnering aan de Slag om de Schelde.


Esthetische waarde
De sobere bouw van de lichtopstanden wordt verfraaid door de aangebrachte hardstenen omlijsting van het gebogen raam. De lichtopstanden van Dishoek worden daarnaast gekenmerkt door de horizontale rode en gele banden waarmee ze voor de passant geassocieerd zullen worden met hun nautische functie. De lichtopstand van Zoutelande ontbeert iedere vorm van verfraaiing, afgezien van de eveneens hardstenen omlijsting van het gebogen venster bovenin de opstand.


Situationele en ensemble waarde
De torentjes zijn markante punten in het duinlandschap. Ze zijn medebepalend voor de identiteit van deze kustzone en vergroten de toeristische belevingswaarde De lichtopstanden vormen, samen met het hoge licht van Westkapelle, een functionele eenheid voor het begeleiden van de scheepvaart door het Oostgat. Het licht van Zoutelande vormt met het hoge licht van Westkapelle een lichtenlijn voor het zuidelijk deel van het Oostgat. De twee lichten bij Dishoek vormen een lichtenlijn voor het noordelijk deel. Vanuit de lichtwachterswoning werden de lampen van het hoge en het lage licht bij Dishoek bediend.

Gaafheid en herkenbaarheid
Alle drie de lichtopstanden zijn sinds de bouw nagenoeg ongewijzigd. De Fresneloptieken (zie bijgevoegde foto) zijn sinds de bouw in de torentjes aanwezig. De optieken zijn mogelijk afkomstig van oudere opstanden. De lichtwachterswoning is qua exterieur én interieur nog grotendeels intact. De drie lichtopstanden worden gekenmerkt door nagenoeg gesloten gemetselde gevels met geblindeerde raampjes en een gebogen venster waardoor het licht naar buiten schijnt. De afwezigheid van een lichthuis met rondom glas en een omloop geeft de lichtopstanden hun typische uiterlijk. De lichtopstanden bij Dishoek lijken nagenoeg identiek, maar variëren in hoogte en de vloeren van het lage licht en hoge licht zijn uitgevoerd in respectievelijk hout en beton.


Zeldzaamheid
De lichtinstallatie is aangebracht op de bovenste verdieping van het bouwwerk en het licht schijnt in slechts één richting door een venster naar buiten. Dit is slechts bij drie andere objecten het geval: Vuurtoren Westhoofd op Goeree (voormalig sectorlicht in de schacht), kustwachtpost Huisduinen (voormalig sectorlicht in de schacht), vuurtoren Schiermonnikoog (sectorlicht in de schacht). In het geval van het Westhoofd en Huisduinen handelt het om bouwwerken uit dezelfde periode (ca 1950). De dagmerkfunctie van de lichtopstanden bij Dishoek wordt vervuld middels horizontale rode en gele banden. Uniek is het feit dat deze banden gerealiseerd zijn middels gekleurde bakstenen. Hiermee is, wellicht onbedoeld, een duurzame vorm van herkenbaarheid gevormd in tegenstelling tot de objecten waarbij de kleuren middels een verflaag zijn aangebracht.


De bekroning middels een tentdak is eveneens uniek en ziet men alleen terug bij het voormalige sectorlicht Huisduinen annex kustwachtpost. Lichtwachterswoningen in Zeeland zijn vrijwel allemaal gesloopt na de elektrificering in de jaren 1930 en het op deltahoogte brengen van de zeedijken in de jaren 1960-1970.

Nederlandse Vuurtoren Vereniging | Baken voor nautisch erfgoed
Secretariaat: P/A Breeburgsingel 28 | NL-2135 CN Hoofddorp | info@vuurtorens.org | www.vuurtorens.org