Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg en Stichting KOMO gaan structureel samenwerken om het bouwbedrijven mogelijk te maken zich kostenefficiënt te certificeren voor zowel reguliere bouw als voor monumentenzorg. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de wens vanuit het bedrijfsleven om zowel in de reguliere bouw als binnen het cultureel erfgoed werkzaam te kunnen zijn op basis van goed op elkaar aansluitende beoordelingsrichtlijnen. 

Jacques Monasch, voorzitter van Stichting ERM, licht toe: ‘Een bedrijf heeft nu de keuze tussen certificering voor reguliere bouw op basis van de richtlijnen van KOMO, of voor het gebouwd erfgoed op basis van de ERM richtlijnen. Nu maken we het mogelijk dat in het certificeringstraject reeds bij de totstandkoming van de richtlijnen beide vakgebieden tegelijk worden meegenomen’.  

Henry Meijdam, voorzitter van Stichting KOMO, spreekt van ‘een geweldige wederzijdse versterking. Het is een combinatie van twee kenniswerelden. Daarvan profiteren niet alleen de uitvoerende bouwbedrijven, maar ook de opdrachtgevers, de eigenaren van de gebouwen. Zij krijgen nu een dubbele zekerheid’.

Monasch geeft aan dat de verschillen tussen reguliere bouw en restauratie toenemen. ‘De regelgeving, welstandsbeleid, opleidingen – meer en meer krijgen zij een eigen karakter’. Niettemin, zegt hij, ‘is de zorg voor gebouwde monumenten een tak van sport die onderdeel uitmaakt van de wereld van het bouwen. De samenwerking maakt het mogelijk om de eisen vanuit reguliere bouw, zoals het Bouwbesluit en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen, de eisen binnen de monumentenzorg, zoals het vergunningstelsel en de restauratie-ethiek, efficiënt te combineren’.

Meijdam ziet naast de afstemming in certificering ook op andere terreinen veel winst. ‘We zullen ook gezamenlijk kennis kunnen gaan ontwikkelen op terreinen als verduurzaming, of denk aan de funderingsproblematiek. Zaken die deels specifiek zijn; ‘een monument heeft heel eigen aspecten die een rol spelen bij verduurzaming, maar deels ook overlappend zijn’.

Monasch verwacht daarnaast ‘dat we gezamenlijk gaan werken aan opgaven die door de komende veranderingen in de wet- en regelgeving, op ons afkomen, zoals de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen. Daar komt een enorme kennisbehoefte uit voort’