Het Historisch Museum de Bevelanden te Goes toont van 21 november 2019 tot en met 3 mei 2020 de 19e-eeuwse jongerencultuur van Zuid-Beveland. De jongeren van toen. Waar hielden zij zich mee bezig? Wat hield de ‘Jongelings Vereniging’ in? Een besloten club met mysterieuze gebruiken en eigen wetten. Spannende verhalen en geheimen van toen zijn nu te zien in ‘Jonge Jongers en ’t Mannengoed’. Een expositie over de jongerencultuur uit de 19e eeuw met de kleding, sieraden en accessoires die deze jonge jongens droegen.
Jonge Jongers
Jonge Jongers; de ‘hangjongeren’ van toen. Met Jonge Jongers bedoelde men in de 19e eeuw een specifieke groep mannen van het dorp die nog niet getrouwd waren en ouder waren dan 18 jaar. Ze vormden een eigen groep en maakten hun eigen vertier, met de daarbij horende streken. Zij verdedigden naar eigen inzien de dorps-eer en dorpszeden, soms met harde hand. De Jonge Jongers-streken werden in het dorp gedoogd, maar ook gevreesd. De onderlinge rivaliteit leidde soms tot botsingen in de herberg tussen de jongeren uit verschillende dorpen. De jongelings verenigingen kenden wel hun eigen wet waar men zich aan diende te houden op straffe van een boete of uitzetting uit de groep. De klapbank, nog te zien in Oudelande, of ’t viskot in Borsele waren bekende plekken waar de Jonge Jongers zich verzamelden.
‘t Mannengoed
Natuurlijk had ook in de 19e eeuw de kleding en sieraden van de jonge mannen een belangrijke plaats. De sieraden en accessoires werden vooral gedragen om zich te kunnen onderscheiden van de andere Jonge Jongers en om indruk te maken op de vrouwen.
Het was een van de manieren om aan de ‘buitenwereld’ te tonen dat men het goed had. Hoe fraaier de horlogeketting (chatelaine), hoe meer indruk men kon maken. Ook zijn diverse broekstukken, keelknopen, paeremessen en andere accessoires te zien.