Sybolt van Ravesteyn huis, 1932, Prins Hendriklaan, Utrecht. Vereniging Hendrick de Keyser

Op 3 september gaat Museumhuis Van Ravesteyn weer open. In de afgelopen maanden was het huis van de architect Van Ravesteyn te huur als vakantiewoning. Tot half december zijn nu Museumbezoekers van harte welkom om het bijzondere huis te ontdekken: plaats te nemen aan zijn tekentafel, te genieten van het fenomenale vormenspel in de woonkamer of, ja hoor, even plaats te nemen op zijn bed.

Uniek van binnen en van buiten
Net als bij de andere Museumhuizen, stap je hier een heel bijzonder woonhuis binnen. In 1932 ontwierp Sybold van Ravesteyn zijn eigen woonhuis. Dit eigenzinnige pand toont sierlijke en golvende lijnen, die een contrast vormen met de ontwerpen van de andere architecten van het Nieuwe Bouwen. Van Ravesteyn introduceerde barokke krullen in moderne, nieuwzakelijke interieurs. Bijzonder in het interieur van het huis in Utrecht is bijvoorbeeld de grote woonkamer. Deze is te beschouwen als een samenvoeging van een werkkamer, zitkamer en eetkamer waartussen de grenzen alleen door middel van een belijning in vloer en plafond zijn aangegeven. De detaillering is uitzonderlijk, van de aluminiumplinten tot de door Van Ravesteyn ontworpen ingebouwde meubelen.

Welkom in het Museumhuis: niet fluisteren!

In Museumhuis Van Ravesteyn hoef je niet te fluisteren of met je handen op je rug te lopen. Het is juist de bedoeling om zoveel mogelijk zélf te ontdekken en je thuis te voelen. Zo kan je plaats nemen aan de tekentafel van de architect en je buigen over de plattegrond van dit aparte huis. De architect heeft over vrijwel alles nagedacht en daarbij gebruik gemaakt van bijzondere, terugkerende materialen. Zou jij het anders invullen? Kom ook zitten in de rotan stoeltjes en geniet van de favoriete muziek van de architect.

Meer informatieHet Museumhuis is in september open op donderdag, vrijdag & zaterdag van 11:00 uur tot 17:00 uur. Voor het adres, het reserveren van tijdsloten en de prijzen kijk je op www.museumhuizen.nl

foto: Arjan Bronkhorst