Aanwinst marmeren reliëf Rijksmuseum van Oudheden, te zien vanaf dinsdag 2 juli.

Een felle strijd tussen een amazone op een steigerend paard en een krijger te voet is te zien op een recent verworven reliëf in het Rijksmuseum van Oudheden. Het gaat om een scène uit de ‘amazonomachie’, de mythische oorlog tussen de ‘beschaafde’ Grieken en de ‘barbaarse’ amazonen, een strijdlustig volk van vrouwelijke ruiters. De voorstelling staat op een marmeren reliëf uit de Romeinse keizertijd (170-180 na Chr.). Dit stuk werd in de 19de eeuw in zee gevonden bij Piraeus, de haven van Athene. Het museum kocht het reliëf in maart jl. op de kunstbeurs TEFAF in Maastricht. Vanaf dinsdag 2 juli 2019 heeft het stuk een ereplaats in de klassieke beeldengalerij. www.rmo.nl/amazone
De ‘amazonomachie’ was een geliefd thema in de kunst van zowel de Grieken als de Romeinen, en stond symbool voor de strijd tussen de beschaafde samenleving en barbaars geweld. Waarschijnlijk heeft dit reliëfstuk (86 x 87 x 16 cm.) ooit deel uitgemaakt van een grote sarcofaag. Het stuk is in klassiek-Griekse stijl gebeeldhouwd en herinnert aan de reliëfs van het Parthenon.
Volgens de mythe stamden de amazonen af van de oorlogsgod Ares en waren ze verzot op geweld. De vrouwen stonden bekend als dappere maar wrede krijgers. Ze leefden in een afgezonderde gemeenschap zonder mannen. Die levenswijze stond haaks op de ‘beschaafde’ wereld van de oude Grieken – daar maakten mannen de dienst uit. De spanningen tussen Grieken en amazonen liepen uit in een conflict toen de Griekse held Heracles de kostbare gordel stal van Hippolyta, de koningin van de amazonen. De Atheense prins Theseus die deel uitmaakte van deze expeditie werd verliefd op Hippolyta’s zuster Antiope. Hij ontvoerde haar naar Athene, met een felle oorlog tussen Atheners en amazonen als gevolg.
De eerst bekende eigenaar van het reliëf is Augusto Jandolo (1873-1952), een verzamelaar, dichter en filmregisseur uit Rome. Hij verkocht het stuk in 1936 aan de Hongaarse kunsthandelaar Joseph Brummer (1883-1947), die een beroemde galerie in New York had. In 1938 en 1972 volgden verdere verkopen, waarna het reliëf dit voorjaar werd aangeboden op de kunstbeurs TEFAF.
Bijna de helft van het aankoopbedrag van €260.000 financierde het museum uit de jaarlijkse bijdrage van de BankGiro Loterij, de andere helft is bekostigd uit particuliere fondsen, waaronder het Eega van Asklepios Fonds en het Elisabeth Huss Fonds, en uit eigen middelen.