De gehele schat van het Springendal bij Hezingen (Overijssel), een van de belangrijkste vroegmiddeleeuwse vondsten van Nederland, is vanaf vrijdag 16 december 2022 te zien in het Rijksmuseum van Oudheden. De gouden munten en sieraden uit de zevende eeuw na Chr. zijn gevonden op een plek die geïnterpreteerd wordt als een offerplaats op een kruispunt van wegen. Het was een ontmoetingsplek waar groepen mensen uit de omtrek én van verder weg elkaar ontmoetten en kostbaarheden hebben begraven. De plek werpt een nieuw licht op het naast elkaar bestaan van ‘natuurgodsdiensten’ en het christendom in Nederland. Het offeren van schatten op belangrijke plekken in het landschap is een bekend ritueel uit de Vroege Middeleeuwen. Hier is dat uitgevoerd in een periode met christelijk gezag en op de achtergelaten munten zijn Merovingische koningen, muntplaatsen en duidelijke kruisen te zien. https://www.rmo.nl/springendal

Een deel van de vondst uit Springendal is eerder dit jaar gepresenteerd in Rijksmuseum Twente. In het Rijksmuseum van Oudheden zijn nu alle vondsten te zien. Dat betreft allereerst de gouden munten en sieraden die in 2019 zijn gevonden, en begin 2022 zijn verworven door het RMO. Ook het deel van de schat dat bij opgravingen in 2020-2021 is gevonden, is te zien. Dit deel is eigendom van de provincie Overijssel en is aan het museum in bruikleen gegeven. Tenslotte is voor het eerst de recent gevonden groep van zo’n dertig bijzondere, vroege gouden munten te zien, die onlangs met steun van Vriendenvereniging RoMeO konden worden aangekocht voor de rijkscollectie. Daarbij zijn ook tot nu toe niet gekende munten en exemplaren van onbekende muntplaatsen.

Offerplaats in het oosten

De vondsten uit Springendal zijn van regionaal en nationaal belang en worden tot belangrijkste vroegmiddeleeuwse vondsten van Nederland gerekend. De locatie is in de zevende eeuw na Chr. waarschijnlijk als offerplaats gebruikt, gedurende minimaal honderd jaar. Tijdens de opgraving zijn op een kruispunt van wegen houten palen en een zwerfkei aangetroffen, waar de verschillende begraven schatten omheen en tussen lagen. Uit de Vroege Middeleeuwen kennen we vooral begraafplaatsen met grafgiften en woonplaatsen met afval. De schat van Springendal is geen van beide en stamt bovendien uit een regio waaruit weinig Merovingisch bekend was. Bovendien is van zo’n met detectoren ontdekte goudschat, nu voor het eerst dankzij opgravingen ook de context goed bekend.

Het Springendal is een natuurgebied in eigendom van Staatsbosbeheer, waar zoekers in 2019 met metaaldetectoren gouden munten vonden. Zij meldden deze bij Portable Antiquities of the Netherlands (PAN). Dat gaf aanleiding tot opgravingen door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) in 2020-2021. Daarna bleven de ontdekkers het terrein in de gaten houden en werden nog meer munten gevonden. In totaal zijn er ruim honderd gouden munten en fragmenten daarvan gevonden (tremisses) en zes munten van zilver (sceatta’s),naast een handvol sieraden van goud, deels kapotgemaakt, en meer dan 70 stukjes zilverbeslag, mogelijk van een schaal of helm.

Nu alles samen te zien

De vondsten van de opgravingen door RCE en VU blijven eigendom van de provincie Overijssel. Omdat het gaat om een vondst van regionale en nationale betekenis, is het belangrijk om de gehele schat in het publieke domein (dus niet in privé-bezit) te bewaren. De vondsten van de metaalzoekers konden echter niet regionaal worden verworven. Daarom zijn die, in samenspraak met de provincie, Staatsbosbeheer (de eigenaar van de grond) en de ontdekkers zelf, aangekocht voor de Rijkscollectie door het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden, dankzij een gulle financiële bijdrage van Vriendenvereniging RoMeO. In het Leiden is de goudschat van Springendal nu voor het eerst in zijn geheel te zien.

De vondsten uit Springendal zijn te zien van 16 december 2022 tot medio maart 2023.

Foto: Jan-Willem de Kort