De ruim 600 jaar oude Utrechtse Domtoren staat in de steigers voor groot onderhoud. Wat komt daar allemaal bij kijken? Restauratie-architect Erik Jan Brans vertelt over tufsteen, historie en keuzes maken.

De 112 meter hoge Domtoren staat elke dag bloot aan wind, regen, vorst en zonnestralen. Naast het dagelijkse onderhoud, blijft groot onderhoud daarom af en toe nodig. Erik Jan: “Na de grote restauratie aan het begin van de 20ste eeuw en een paar tussentijdse onderhoudsbeurten is hij nu toe aan een grondige restauratie. Natuursteen slijt bijvoorbeeld en voegen komen langzaam los. Wij gaan de toren nu zodanig restaureren, dat hij weer 50 jaar mee kan.”

HISTORIE BEHOUDEN

Erik Jan vervolgt: “De Domtoren bestaat uit diverse soorten natuursteen. De Lantaarn, het achtkantige deel van de toren op 70 tot 95 meter hoogte, bestaat bijvoorbeeld voor een groot deel uit het originele middeleeuwse tufsteen. Wij hebben alle blokken steen in kaart gebracht en bekijken per steen wat we het beste kunnen doen: niets doen, repareren of vervangen. Daarbij zoeken we naar de beste manier om de historie van de toren te behouden en tegelijkertijd 50 jaar verder te kunnen zonder groot onderhoud. We proberen zoveel mogelijk te behouden, bij de oude stenen is soms zelfs nog de slag van de middeleeuwse steenhouwers te zien.”

PROEFRESTAURATIE

Hoe gaan jullie nu verder met de restauratie? Erik Jan: “In het bouwteam werk ik met allerlei mensen samen, zoals de aannemer, een bouwhistoricus en een materiaaldeskundige. We hebben samen een aanpak ontwikkeld die volgens ons het beste werkt. We gaan nu op diverse plekken aan de Lantaarn een soort ‘proefrestauratie’ doen. Daarbij kijken we of de gekozen aanpak voldoet, zowel technisch, esthetisch als financieel. Daarna kan men er in breder verband zijn zegje over doen voordat we echt gaan beginnen. In het derde kwartaal van dit jaar kunnen we dan starten met de restauratie.

KENNIS VAN EERDERE RESTAURATIES

We werken ook samen met het archief van de gemeente Utrecht. Daarin is nog veel terug te vinden van eerdere restauraties. Zo weten we dat bij de restauratie begin 20e eeuw net zo voorzichtig is gewerkt als we nu doen. De architect hield toen ook rekening met de bouwhistorie en sloot zoveel mogelijk aan bij het beeld van de oorspronkelijke toren. Bij andere restauraties is men rigoureuzer te werk gegaan. Met de kennis uit de archieven kunnen wij nu de afweging maken om aanpassingen te behouden of weer terug te brengen naar de oorspronkelijk vorm uit de Middeleeuwen.”

BIJDRAGE FONDS ERFGOEDPARELS

Vanuit het fonds Erfgoedparels dragen de provincie Utrecht en het Rijk elk 4 miljoen euro bij aan de restauratie van de Domtoren. Dit fonds draagt bij aan de restauratie van rijksmonumenten, zoals buitenplaatsen, kerken en industrieel erfgoed binnen onze provincie.

Tijdens de restauratie blijft de Domtoren geopend voor bezoekers.

Restauratie Domtoren

Er is groot onderhoud van de Domtoren nodig. Het gaat om onderhoud aan het voegwerk, de natuurstenen onderdelen en het ijzerwerk.

De Domtoren is al bijna 700 jaar oud en hij moet dagelijks wind, regen, vrieskou en zonnestralen doorstaan. Daarom is het belangrijk om schade zo snel mogelijk te herstellen. Ondanks dat het dagelijkse onderhoud goed is, blijft groot onderhoud af en toe nodig. Natuursteen slijt bijvoorbeeld en voegen en verbindingen komen langzaam los.

Inspecties Monumentenwacht

Monumentenwacht inspecteert de Domtoren jaarlijks. Sinds 2015 is de Domtoren op verzoek van de gemeente Utrecht vaker en uitgebreider geïnspecteerd. Er zijn meerdere inspecties aan de binnen- en buitenkant uitgevoerd, onder andere door te abseilen langs de buitenkant. Hieruit blijkt dat de bouwkundige toestand ‘redelijk’ en de onderhoudstoestand ‘matig’ is. Daarom is restauratie noodzakelijk. Dit is op zich geen verrassing. Naast het normale dagelijkse onderhoud is ongeveer elke 40-50 jaar groot onderhoud nodig.

Vorige restauraties

De eerste restauratie was tussen 1519 en 1525. Na het Rampjaar 1672 en de vreselijke storm van 1674 was er te weinig geld voor onderhoud. De toren raakte in verval. Rond 1833 stond hij zelfs op instorten, maar van 1837 tot 1845 werd de toren weer opgelapt. In 1901 was een lange en grondige restauratie nodig. Deze duurde tot 1932 door problemen die bij de vorige restauratie niet waren aangepakt en matig onderhoud. In 1975 was de laatste grote restauratie. Er was toen geen geld om alles te doen. De inschatting was toen dat er weer in 2000 gerestaureerd zou worden.