Zaterdag 8 februari 2020 opent in Het Noordbrabants Museum de tentoonstelling Meesterwerken uit Wenen. Vlaamse en Hollandse meesters uit de Gemäldegalerie en het Kupferstichkabinett van de Akademie der bildenden Künste Wien. Het betreft een uitzonderlijke selectie 17de-eeuwse schilderijen en tekeningen uit de relatief onbekende verzameling van de Weense kunstacademie. De expositie omvat een groot aantal werken van Vlaamse en Hollandse meesters, waaronder Peter Paul Rubens, Anthony van Dyck, Rembrandt van Rijn en Melchior d’Hondecoeter. Het is de eerste keer dat een selectie van deze omvang op Nederlandse bodem wordt gepresenteerd en dat de bijzondere ontstaansgeschiedenis van deze rijke collectie wordt verteld.

Meesterwerken uit Wenen toont meerdere iconen uit de vaste presentatie van de Weense collectie, waaronder Rubens’ grootschalige Bacchanaal met de dronken Silenus, het vroegste zelfportret van Anthony van Dyck en Rembrandts Portret van een jonge vrouw. Daarnaast zijn een groot aantal portretten, landschappen en stillevens te zien van onder meer Adriaen Brouwer, Pieter Codde, Melchior d‘Hondecoeter, Jacob Jordaens, Rachel Ruysch en David Teniers II.

Educatieve functie

Er waren in Europa oorspronkelijk verschillende kunstacademies met kunstcollecties van grote naam en faam. Deze werden niet zozeer bijeengebracht om aan het publiek te tonen, maar om studenten in staat te stellen om binnen de muren van de kunstopleiding de meesterwerken te bestuderen en na te tekenen. Eind 19de, begin 20ste eeuw werden de banden met de kunstopleidingen echter veelal verbroken en werden de meeste van deze collecties ondergebracht in musea. De collectie van de Weense kunstacademie – waarvan de geschiedenis teruggaat tot 1692 – behoort echter nog steeds toe aan de universiteit en bevindt zich nog altijd binnen de muren van het monumentale academiegebouw aan de Schillerplatz. Hier heeft de collectie tot op de dag van vandaag zowel een educatieve als een museale functie.

Kunstacademie en museum

In 1822 liet graaf Lamberg-Sprinzenstein de Weense kunstacademie een indrukwekkend legaat na. Het bestond uit ongeveer 800 schilderijen van meesters als Rubens, Van Dyck, Guardi en Rembrandt. Aan deze nalatenschap verbond hij echter één voorwaarde. De Akademie moest de gift tonen aan het publiek. Zo ontstond de Gemäldegalerie der Akademie der bildenden Künste Wien: een universiteitsmuseum met een topcollectie.

Tekenen op zaal

De Weense collectie is oorspronkelijk bijeengebracht zodat studenten dit konden natekenen. Ook nu is  ‘tekenen op zaal’ een onderdeel van de tentoonstelling. In verschillende tentoonstellingszalen kan het publiek zelf het potlood oppakken en ervaren hoe het voor de studenten gevoeld moet hebben om werken van de grote meesters na te tekenen.

Onbekende topcollectie

Na de Roemeense Brukenthalcollectie in 2016 is Het Noordbrabants Museum er wederom in geslaagd een betrekkelijk onbekende collectie Vlaamse en Hollandse meesterwerken naar Nederland te halen. Dat het museum deze collectie kan tonen, is het gevolg van een ingrijpende renovatie van de Akademie in Wenen. Eind 2020, begin 2021 is de collectie weer op zijn originele plaats te bewonderen. Tot die tijd wil Het Noordbrabants Museum met deze tentoonstelling bijdragen aan de bekendheid van, en waardering voor, de collectie bij het Nederlandse en Vlaamse publiek. Meesterwerken uit Wenen is te zien van 8 februari tot en met 1 juni 2020. 

foto links: Anthony van Dyck, Zelfportret op 15-jarige leeftijd, Gemäldegalerie der Akademie der bildenden Künste Wien.

foto rechts: Peter Paul Rubens, Bacchanaal met de dronken Silenus, Gemäldegalerie der Akademie der bildenden Künste Wien.